7 Valkuilen voor leidinggevenden

Je geeft leiding. Je werkt elke dag met mensen. Je staat aan het hoofd van je bedrijf en er komen honderd dingen tegelijk op je af. Dan is het niet altijd gemakkelijk om de juiste beslissing te nemen. Integendeel, het is zelfs de normaalste zaak van de wereld dat je even het overzicht verliest. Daarom is het van belang om toch vanuit een soort handleiding te vertrekken. Hoe voorkom je onaangename situaties waarin je het heft niet meer zelf in handen hebt? De topondernemer houdt in alle omstandigheden de relationele controle. Wat zijn deze zeven valkuilen?

 

1. Speel je geloofwaardigheid niet kwijt

Geloofwaardigheid. Je verliest ze sneller dan je ze hebt opgebouwd. Dit gebeurt vaak na afloop van een belangrijk seminar waar alle kaderleden van het bedrijf op aanwezig zijn en waar waardevolle dingen worden verteld. Nadien volgt het amicale gedeelte. Dan is de verleiding groot dat leidinggevenden het glas teveel zullen drinken. Bijzonder gevaarlijk want daar speelt men zijn geloofwaardigheid totaal kwijt. Men doet er uitspraken die men de dag nadien betreurt en die men meteen zal moeten corrigeren. Let op het gedrag dat je demonstreert, controleer het en kijk in een professionele omgeving uit om de informele toer op te gaan. 

2. Wees geen weldoener of ‘pleaser’

Wanneer medewerkers je om een gunst vragen, moet je niet vanuit een soort schuldgevoel daaraan tegemoet komen. Sommige leidinggevenden hebben last van een dieperliggende angst, een persoonlijke blokkade of een lager zelfbeeld. Daarom stemmen ze toe, zelfs al willen ze dat niet. Deze houding kan een bedrijf veel geld kosten. Wees dus geen weldoener, tracht niet iedereen te ‘pleasen’. Je hoeft niet aardig gevonden te worden door iedereen. Een leidinggevende hoort een goede coach te zijn en de dingen te doen die gedaan moeten worden. Weet dat je door nee te zeggen er nadien ja van kunt maken. Wees dus assertief, teken je eigen lijn uit en durf tegen de haren in te strijken. 

3. Profileer je niet als de beste, de slimste of de strafste

Veel leidinggevenden laten hun medewerkers in hun schaduw staan. Dat is in eerste instantie een leeftijdsgebonden kenmerk. Jonge ‘wolven’ tonen graag hun tanden, hebben nood aan het zich belangrijk voelen. Ze kampen met het gevoel dat ze te weinig hebben gerealiseerd. Deze leidinggevenden willen zich laten zien. Dat verdwijnt vrijwel als vanzelf van het moment af dat men zich in zijn carrière heeft genesteld. Dan raakt deze leemte ingevuld. Op het einde van de loopbaan steekt dit fenomeen weer de kop op. Zestigplussers voelen hun slagkracht in hun bedrijf afnemen en trachten zich opnieuw te profileren als de beste, de slimste of de strafste. De topondernemer geeft deze eer aan zijn medewerkers. Hij heeft als doel hen te verbeteren in plaats van zelf op de voorgrond te treden. 

Een voorbeeld?

Je leidt een verkoper op en doet met hem de ronde. Tijdens zijn nog wat onzekere betoog zet je het gesprek naar jouw hand, je begint te stralen en te demonstreren. Dan geef je een deuk aan zijn zelfvertrouwen. Het is veel beter hem het leermoment te gunnen. Ga nadien met hem een kop koffie drinken en evalueer zijn optreden: ‘Dat heb je niet slecht uitgevoerd maar in het vervolg kun je dit en dat nog verbeteren want de klant gaf die en deze respons. Wat ik mogelijk in jouw plaats zou doen is zo en zo en zo.

Dat is de beproefde methode van onze organisatie en daar kan je misschien wat van opsteken. Zo geef je tegelijk een schouderklopje en toon je hem de kansen die hij beter kan benutten. Neem het dus niet over voor de ogen van de klant. Profileer je nooit als de beste, de slimste of de strafste. 

4. Adopteer geen zwimbalo-aap van anderen

Maak even kennis met de zwimbalo. 

Dat is een term voor een fictieve aap. Deze aap bestaat niet in het echt maar hij is wel voortdurend aanwezig in de onderlinge betrekkingen op een bedrijf. Vanaf het moment dat een medewerker zijn beklag komt doen bij de leidinggevende, zet de zwimbalo zich op diens schouders. Hij neemt hem naar zijn kantoor en plaatst hem tussen de andere symbolische apen die op hem zitten te wachten. Wie is echter de grootste aap? De leidinggevende persoon zelf.

‘Pleasers’ en weldoeners hebben de neiging dit zelf op te lossen en zich als verzamelaars van zwimbalo’s te presenteren.

Het beste scenario?

Je geeft de aap terug aan de medewerker. Je luistert wel naar zijn verhaal maar je maant hem ‘als expert’ aan om zelf op zoek te gaan naar oplossingen. Ontwikkel als eerste reflex bij het zien van een zwimbalo:

‘Die blijft op uw schouders zitten, die komt niet op de mijne.’

Van dan af heb je zicht op een uitweg. Wie zich ontvankelijk opstelt voor alle moeilijkheden die zijn pad kruisen, wordt zogenaamde ‘Shitmeister’ van zijn eigen firma. Bij een rondgang op de werkvloer, ontdek je tal van uitdagingen. De kracht van de topondernemer ligt in de kunst van het stimuleren, het vergaren van informatie en het neerleggen daarvan op de juiste plaats. Ga niet zelf aan de slag maar leer mensen zelf initiatief nemen bij een uitdaging, zo leren ze dat het snelst. 

5. Roddel niet over anderen

Stap nooit mee in de roddel, handel daarentegen als de rechtvaardige rechter. Confronteer medewerkers met elkaar als ze minder fijne dingen tegen je vertellen. Vanaf het ogenblik dat je openstaat voor roddel wordt er verwacht om er een reactie – verbaal of non-verbaal – op te geven. Laat dat achterwege maar grijp wel meteen in. Zet deze mensen samen en breng de zaken onmiddellijk aan de oppervlakte:

Deze persoon zou graag iets zeggen tegen u, ik ben zelf ook nieuwsgierig.’

Op die wijze verdwijnen de roddels het snelst uit uw bedrijf. Verhinder dat een irritatie uitgroeit tot een monster, pak het meteen aan met een open en directe communicatie. Niet met het hele team maar enkel met de mensen die in de clinch liggen met elkaar. Zo reken je af met een negatieve sfeer en achterklap en bouw je een hechte groep waarin mensen met elkaar door dezelfde deur blijven kunnen. 

6. Doe niet alles zelf

Wil je een werkomgeving waarin mensen lui en passief zijn? Doe dan alles zelf, geef geen autonomie, straf goedbedoelde initiatieven af. Vele leidinggevenden worstelen met deze kwaal. Ze leggen een hypotheek op het zelfbeeld van hun medewerkers. Ze gedragen zich als controlefreaks die van oordeel zijn dat mensen hun vertrouwen maar moeten verdienen. Een verkeerde inschatting. De opbrengst van het respect door ‘het vertrouwen geven’ ligt altijd veel hoger dan de ‘prijs’ die je moet betalen als gevolg van echt misbruik. Geef dus zoveel mogelijk vertrouwen aan je medewerker. Soms zal dat uitmonden in een teleurstelling maar veel vaker in een aangename verrassing. Dat stemt vreugdevol. Schenk vertrouwen, delegeer en beloon sterke initiatieven.

Met bijvoorbeeld aanmoedigingen ten aanzien van de hele groep:
‘fantastisch gedaan’ of steek je duim op. Zelfs als het resultaat wat minder gunstig stemt dan verwacht.

Als mensen prachtige inspanningen leveren is dat een uitstekende zaak voor het bedrijf. Het enige wat dan moet gebeuren is het bijsturen van de strategie. Dat kan onder meer door tijdelijk een denktank op te richten met enkele gespecialiseerde teamleden. 

7. Reageer niet impulsief

We kennen ze allemaal en we betreuren ze meestal onmiddellijk nadat we ze hebben geuit:

De ondoordachte en impulsieve reactie op onverwacht gedrag.
Genre: ‘Godverdomme, hoe is dat nu mogelijk seg? Geen ogen in uwe kop zeker? Dat is altijd hetzelfde hier!’ Bang, deur toe!

Is dat leiderschap? Bewaar steeds de kalmte, die is nodig om tot een correcte beslissing te komen. Wie zich bevindt in een onvermogende stemming zal geen vermogende keuzes maken. Echte leiders beheersen de staat van hun stemming en oordelen in een moment van wijsheid. Het leven levert niet enkel successen op. Moeilijkheden doemen elke dag op. Benader ze met de kracht van de uitdaging en het wordt een leuke levenservaring die jij op een rustige en verstandige manier naar je hand kunt zetten. 

Bij wijze van besluit

Valkuilen voor de leidinggevenden, ze behoren tot het dagelijks leven. Ze komen op voor je er goed en wel erg in hebt. De topondernemer bestudeert ze vooraf, maakt er een soort lijstje ’to check’ van en weet ze op een natuurlijke wijze toe te passen. Hij laat er zich alleszins niet langer door verrassen want hij weet dat ze bestaan. Hij neemt de antwoorden op de valkuilen als het ware mee in zijn systeem: ze zitten opgeslagen in een bestand ergens in zijn brein. Dat heeft hij maar te openen op het ogenblik dat ze opduiken als confronterend en remmend element. Hij leert ze zo te beheersen.  

 

Seminar bijwonen